over een lift die lang op zich laat wachten en over onderbroeken en hoe je zelfs hierover in conflict kan raken als je niet even goed luistert


 

Een onvolkomenheid van het verpleeghuis waar mijn vader verblijft, is dat er maar één lift beschikbaar is voor de bewoners en hun bezoek. Het huis bestaat uit 4 verdiepingen en de meeste bewoners zijn minstens rolstoel- of rollatorafhankelijk. De lift is dus snel gevuld en, zeker op momenten dat de maaltijd aanstaande is, wreekt dit zich in lange wachttijden.

Ik stond deze keer met twee dames voor de lift te wachten. Het programma van een lift is voor mij een soort kubus van Rubik: hij schiet heen en weer tussen de etages en het is volstrekt onzeker wanneer hij op de 2e etage gaat stoppen. Ik mis dus de voorspelbaarheid en dan duurt wachten lang.

Op enig moment klinkt het belletje waar we op staan te wachten: de lift stopt op onze etage. De deur opent zich en we kijken in het wat norse
gezicht van een dame die pontificaal achter een rolstoel staat. Minstens één van de wachtende dames zou zonder probleem mee naar beneden kunnen, maar daar voelt de dame in de lift helemaal niks voor. Ze drukt snel op het knopje die de deuren weer doet sluiten en de dame bij mij op de etage die een beweging naar binnen had ingezet, deinst geschrokken weer terug.

We glimlachen maar naar elkaar. Wat moet je?

Ondertussen komt mijn vader aangereden. De dames vragen of hij mee naar beneden gaat, maar daar heeft hij geen zin in.

Tijdens mijn bezoek heb ik hem vertelt dat het proefverlof nu is afgesproken voor vrijdag 29 september. Het valt hem tegen: nog 1 1/2 week. Dat begrijp ik, maar de agenda's van mijn broer en mij zijn nu eenmaal twee onafhankelijk van elkaar bewegende rampen. Maar goed, we kunnen weer gaan aftellen.

Ondertussen is er een bizarre strijd tussen mijn vader en de verzorging uitgebroken over het al of niet dragen van onderbroeken. Mijn vader, bang voor incontinentie, is op zoek naar een onderbroek die met zo min mogelijk belemmeringen het urineren mogelijk maakt. De onderbroeken in zijn kast zijn daarvoor te krap en daarom moet hij nogal eens worden verschoond. 

Dat vindt hij vreselijk.

Natuurlijk.

Toch zijn de verzorgenden voortdurend aan het aandringen op het aantrekken van een onderbroek. Afgelopen week presteerde één van hen het zelfs om bozig mijn vader te melden dat ik (?) via de app (?) zou hebben aangedrongen op het dragen van onderbroeken.

Nu heb ik me over veel aspecten rond mijn vader druk gemaakt, maar daar horen zijn onderbroeken beslist niet bij. 

Het was zo hoog opgelopen, dat mijn vader mij ter plekke belde om te vragen of ik een dergelijke conversatie met deze dame had gevoerd.

Inmiddels zijn mijn vrouw en ik tot in detail op de hoogte wat voor onderbroeken er op de markt zijn en hebben we een paar besteld die mogelijk mijn vader zullen helpen.

Een dergelijk overleg door de verzorging met mij was zinvol geweest. We lossen het nu via dit conflict wel op.

Gelukkig weet mijn vader te vertellen dat allerlei oefeningen steeds beter gaan, zoals het zichzelf met één hand in balans houden zodat hij de andere hand beschikbaar heeft voor handelingen. Ook is er door de ergotherapeute een kleine aanpassing in de rol-trippelstoel gedaan, zodat deze veel beter functioneert.

Mijn vader puzzelt op nog enkele aanpassingen, maar ik vertrouw erop dat mijn broer deze zonder enig probleem kan realiseren.

Opnieuw klinkt het belletje van de lift. Hij is gelukkig leeg. De beide dames schuifelen naar binnen en met een koket lachje roept eentje naar mij dat de lift nu echt vol is.

Zo kan het ook.

 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een terugblik op de gang van mijn vader door de verschillende instellingen en over mijn conclusie dat we nog veel te doen hebben om ouderen thuis te laten wonen.

Over hoe een blijde boodschap toch ook even moet landen en hoe Frans, de vrijwilliger, van geen dank wil horen ...

Over het ideaal van de langer thuiswonende oudere en de praktijk van marktwerking en verschraling in de thuiszorg