Over roddelen aan tafel, overbelast personeel en bewoners die geen deurpasje krijgen...

 

Het was even een puzzel hoe we uit de eetkamer kwamen. De afdeling ligt vol, propvol volgens mijn vader en dat is goed te merken aan de piepkleine ruimte die voor de 23 verblijvers als eetkamer wordt gebruikt. Iets verderop is nog een ruimte, bedoeld als huiskamer, maar hier wordt nauwelijks gebruik van gemaakt. Mijn opmerking waarom de twee ruimtes niet beide als eetkamer in gebruik worden genomen, is echter een steen in de vijver: die andere ruimte is nu eenmaal de huiskamer.

Enfin, na enig geschuif met rollators en stoelen, hadden we een doorgang gemaakt en kon ik mijn vader meenemen. Ondertussen hoorde ik een dame in de oren van haar tafelgenoot fluisteren:

"Het zal wel een roker zijn want die man gaat altijd maar naar buiten."

Mijn vader heeft zijn hele leven nog geen sigaret aangeraakt en dat meldde ik de dame dan ook in het voorbij gaan. Ze keek betrapt en reageerde niet.

Mijn vader maakte een wegwerpgebaar. Dit was dezelfde dame die zo angstvallig bewaakte dat alle ramen en buitendeuren gesloten bleven omdat er anders arctische toestanden in de ruimte ontstonden.

Mijn vader mopperde wat. Doordat de afdeling zo druk was en personeel met vakantie, moest hij dagelijks minstens tot half tien op bed blijven liggen voordat hij werd geholpen. Ook de fysiotherapie schoot er wel bij in want hij moest bij de loopoefeningen door in ieder geval twee man/vrouw terzijde worden gestaan en hiervoor was dus niet dagelijks een verzorgende, naast de fysiotherapeut, beschikbaar.

Het goede nieuws was dat hij inmiddels wel al een paar keer de hele gang van de afdeling door was geschuifeld en er dus verbetering zat in zijn loopvaardigheid.

Eenmaal buiten genoten we beiden van de avondzon. Ik merkte op dat ik niet gebeld was door de arts voor een afspraak, zoals toegezegd. Mijn vader lachte wat schamper.

"Ik heb niet de indruk dat deze arts erg moe wordt van zijn werk..."

De arts komt wekelijks bij hem langs, maar is meestal ook alweer snel vertrokken. Ik ben niet verbaasd: het gaat op dit ogenblik nu eenmaal om het oefenen met de fysiotherapeut en mijn vader kent de arts nog veel meer een bepalende rol toe als dat deze waarschijnlijk heeft.

Om weer binnen te komen, is het na 5 uur nodig dat je een pasje voor een lezer houdt om de deuren van het gebouw geopend te krijgen. Ik kom er nu pas achter dat mijn vader helemaal geen pasje heeft en dus afhankelijk is van mij omdat ik wel een pasje heb gekregen.

"Heb je een idee waarom jij geen pasje hebt?"

"Niemand op de afdeling heeft zo'n pasje, geen idee waarom niet. Ik weet alleen dat sommige bewoners helemaal niet van de afdeling af mogen..."

"Zijn dit dan criminelen of zo dat ze opgesloten zitten?"

"Nee, ik geloof dat ze anders verdwalen."

Ik houd mijn mond maar hoop maar dat de organisatie de wet zorg en dwang op de juiste wijze toepast.

Ook nu pas valt mij de poster op de deur van de lift op de etage waar mijn vader verblijft, op: "Als u met een bewoner de afdeling verlaat, dit altijd melden aan een medewerker."

Terwijl ik dit schrijf, neem ik mij voor mijn vader de volgende keer het pasje te geven.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een terugblik op de gang van mijn vader door de verschillende instellingen en over mijn conclusie dat we nog veel te doen hebben om ouderen thuis te laten wonen.

Over hoe een blijde boodschap toch ook even moet landen en hoe Frans, de vrijwilliger, van geen dank wil horen ...

Over het ideaal van de langer thuiswonende oudere en de praktijk van marktwerking en verschraling in de thuiszorg