Over de dagen die in elkaar overlopen en de ongezonde omgeving die een verpleeghuis voor mijn vader is...

 


De dagen zijn een grauwe, aaneengesloten massa, aldus mijn vader. Steeds vaker controleert hij of hij wel de juiste dag in zijn gedachten heeft. Soms moet hij echt zoeken in zijn geheugen of iets nou vandaag, gister of nog eerder in de week heeft plaatsgevonden. 

Dit heeft niets te maken met een falend geheugen, maar alles met het gegeven dat iedere dag lijkt op de vorige en dat er eigenlijk voor hem niets te beleven valt. Een onverwacht bezoek aan het ziekenhuis, waarbij nota bene het vervoer door een ambulance gebeurt, is dan ook een welkome afleiding: hoe onzinnig dit bezoek ook eigenlijk is. De arts in het ziekenhuis, niet eens degene die hem heeft geopereerd, heeft nog geen vijf minuten nodig gehad om te constateren wat ook de verpleegkundige in het verpleeghuis heeft gezien: de wond ziet er keurig uit.

Kom over 2 weken nog maar een keer terug.

Ik besluit het er maar bij te laten. Het is, weliswaar een erg dure maar voor mijn vader welkome afleiding van de eindeloze sleur die de dagen voor hem vormen.

Volgende keer hoeft hij niet meer met de ambulance te komen. Een rolstoeltaxi is dan prima. Om de één of andere duistere reden moet ik die taxi, in tegenstelling tot de ambulance, dan regelen. Dat wil zeggen: ik krijg een formulier mee die ik weer bij de receptie moet inleveren en dan gaan zij het regelen. Het blijft voor mij duister waarom ik steeds weer een formulier moet inleveren met gegevens die hier allemaal bekend zijn. 

Deze zomer is voor hem een verloren zomer. Weg van zijn eigen plek, zijn boeken, zijn schilderijen, zijn meubels en alles wat voor hem een herinnering oproept. Natuurlijk, hij is vrijwel blind en zijn boeken zijn voor hem onleesbaar. Daar gaat het allemaal niet om: ze vormen zijn leven en op deze wijze heeft hij dit, letterlijk, zo ingericht. Daar is hij thuis.

Hier heeft hij alleen zijn muziek en zijn tablet vormt het lijntje met de wereld, alhoewel ik de indruk heb dat ook het nieuws minder intensief door hem wordt gevolgd.

Hoe iedereen hier ook zijn best doet, het is een ongezonde omgeving: zeker voor een hoogbejaarde man als mijn vader.

Dat geldt ook voor de andere, tijdelijke bewoners. Als ik de lift uitstap, zit er meestal in een leunstoel die tegenover de lift staat, een man gedachteloos voor zich uit te staren. Hij groet niet terug. Vaak zit hij met zijn hoofd steunend op één van zijn handen met de ogen gesloten. Soms kom ik hem ook beneden in het restaurant tegen. Hij geeft geen enkele blijk van herkenning, noch voor mij, noch voor mijn vader.

Gelukkig is mijn vader goed in staat om zelf zijn rolstoel vooruit te duwen. Hij heeft krachtige armen. Hij gaat overdag dan ook vaak voor de ingang in het zonnetje zitten. Hier is hij dan alleen met zijn gedachten. Als ik op bezoek ben, krijg ik meestal te horen waar die gedachten hem naar toe hebben geleid. Het zijn herinneringen: aan vakanties, aan vrienden, aan mijn moeder, aan mijn zusje. Soms geeft de datum de aanleiding, soms een kaart die hij kreeg, soms een spontane ingeving. 

Op 5 juli is het moment dat er een foto van zijn heup zal worden gemaakt. Die foto zal bepalend zijn voor het verdere traject en mogelijk voor zijn verdere leven. 

Nog een kleine maand.

Ik bewonder zijn doorzettingsvermogen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een terugblik op de gang van mijn vader door de verschillende instellingen en over mijn conclusie dat we nog veel te doen hebben om ouderen thuis te laten wonen.

Over hoe een blijde boodschap toch ook even moet landen en hoe Frans, de vrijwilliger, van geen dank wil horen ...

Over het ideaal van de langer thuiswonende oudere en de praktijk van marktwerking en verschraling in de thuiszorg