Over Weddesteyn en een plekje in de zon ...

 


Het verpleeghuis is een mengeling van zorgwoningen, aanleunwoningen en een revalidatie-afdeling. Aan de rand van het terrein staat wat laagbouw en ik heb begrepen dat hier de woongroepen voor mensen met dementie zijn gevestigd.

Je betreedt het pand door een paar dubbele deuren en je staat direct in een immense ruimte. Voor je strekt de brede gang zich verder uit naar de andere kant van het gebouw. Aan je linkerhand ontwaar je een apotheek, een huisartsenpost, een ergotherapeut, logopedist. Rechts is ruimte, veel ruimte en deze staat vol met tafels en stoelen. Ook zie je een receptie en de balie van de receptie loopt door in die van een restaurant.

Het restaurant is meestal leeg op enkele mensen na. Vandaag zit er niemand. Het is prachtig weer en de mensen zitten letterlijk tegen de gevel geplakt op tuinstoelen die hier overal klaar staan. Bewoners van het verpleeghuis zitten er veelal in een rolstoel tussen. Zo ook mijn vader. Hij is druk in gesprek met mijn broer.

Het is heerlijk in de zon. Ik vraag me alleen af waarom iedereen zo tegen de gevel aangeplakt moet zitten, terwijl aan de andere zijde van het restaurant een groot terras is. De deur naar dit terras is, zover ik hier ben geweest, altijd gesloten.

Verder de gebruikelijke verpleeghuisgewoontes: overal stickers en briefjes met aanwijzingen. Zo wordt me op het toilet toegeschreven dat ik mijn handen moet wassen. In de lift heeft de ergotherapeut met een briefje aangegeven dat ze op de 1e etage verblijft. Het blijft me verbazen, deze briefjescultuur.

De sfeer is ontspannen. Als we een uurtje bij mijn vader buiten zitten, worden we regelmatig vriendelijk begroet door passerende mede-bewoners en hun bezoek. Mijn vader geeft aan graag naar boven te willen: hij wil op tijd voor het eten zijn. Hij vertelt dat medebewoners vaak al ruim van tevoren in de eetzaal komen om maar verzekerd te zijn van een vast plekje. 

"Maar dat doe jij nu toch ook?"

Dat wordt door hem ontkent: hij schuift aan waar plaats is voor hem en zijn uitgestrekte been. De sfeer is nog net zo ongezellig als de eerste dagen: er wordt niet gesproken en als men klaar is, staat men over het algemeen gewoon op en gaat naar de eigen kamer.

Morgen is het tweede pinksterdag, opnieuw een lange dag zonder revalidatie-activiteiten.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een terugblik op de gang van mijn vader door de verschillende instellingen en over mijn conclusie dat we nog veel te doen hebben om ouderen thuis te laten wonen.

Over hoe een blijde boodschap toch ook even moet landen en hoe Frans, de vrijwilliger, van geen dank wil horen ...

Over het ideaal van de langer thuiswonende oudere en de praktijk van marktwerking en verschraling in de thuiszorg