Over een mannenorganisatie en het politieke spel. Over neurologen en kinderartsen.

 


Gister liep ik op de site van het Groene Hart Ziekenhuis eens door de lijst van medisch specialisten. Het verrast natuurlijk niet dat hier na 23 jaar veel nieuwe gezichten te vinden zijn en dat vele, mij bekende specialisten het ziekenhuis om allerlei redenen hebben verlaten. Wel verrassend vond ik de enorme groei aan specialisten en de samenstelling: het merendeel lijkt op het eerste gezicht vrouwelijk. Een belangrijke tegenstelling tot de periode dat ik in het ziekenhuis rondliep: het vak van medisch specialist was toen nog in belangrijke mate een mannenzaak. 

Met alle gevolgen van dien, overigens.

Het was een spierballenomgeving en er was ook heel veel politiek. Dit zal nu ongetwijfeld anders zijn, maar in die tijd was het een voortdurend touwtrekken tussen de "snijders" en de "beschouwers", traditioneel (en volgens mij nog steeds) de grootste groepen. Zij verdeelden het budget en dus de investeringen (daar ging het om , naast de toegang tot diagnostische apparatuur). Andere specialisten, zoals de neurologen, de kinderartsen, psychiaters, moesten intern het politieke spel slim spelen om hun belangen veilig te stellen. 

En juist deze laatste groepen behoorden tot het cluster waaraan ik leiding gaf.

Ik heb het politieke spel dan ook in deze omgeving leren spelen. Het harde gevecht, samen met de neurologen, om uitbreiding van hun maatschap te verkrijgen. Door een truc, we zijn begonnen met het aanstellen van een zaalarts die uiteindelijk tot de maatschap kon worden toegelaten, is dit uiteindelijk gelukt. We hebben het, ergens in de jaren negentig van de vorige eeuw, over een uitbreiding van 4 naar 5 neurologen. Vandaag de dag zie ik een ploeg van, hou je vast, 12 specialisten. Allemaal nieuwe namen voor mij.

Minstens zo'n hard gevecht moest worden gevoerd om de groep kinderartsen, na het gedwongen vertrek van één van hen, op het oorspronkelijke aantal van vier te houden. Kinderartsen vormden een bijzondere groep, dat wil zeggen: zij vormden een vakgroep en geen maatschap: ze waren namelijk, in tegenstelling tot de (toen) mannen van de maatschappen, in dienst. 

In een mannenmaatschappij, waar toch altijd even wordt beoordeeld wie waar in de hiërarchie staat, behoorden zij daarom tot de laatste trede op de ladder. Je kan het je niet meer voorstellen, maar zo masculien werkte het wel. Dit gevecht lukte me alleen met hulp van de bestuurders, maar ook in deze kwestie wisten we uiteindelijk het licht op groen te krijgen. En ook hier zie ik inmiddels een rij van 12 kinderartsen opgesteld. Nog een paar bekende namen, waaronder Jurriaan Hoekx, een dokter waar ik plezierige herinneringen aan heb als het om samenwerken gaat.

Dan waren er natuurlijk nog andere behandelaars die zelfs geen medische achtergrond hebben, zoals de psychologen. Er waren er, meen ik, drie en we hadden ook een paar geestelijk verzorgers. Deze twee groepen stonden onder voortdurende druk als het om begrotingsdiscussies ging: we hoeven als ziekenhuis toch geen psychologische of geestelijke bijstand te financieren? De oplossing voor deze groepen was om ieder jaar weer enorme uitbreidingen van de formatie te eisen in de hoop dat ze de bestaande formatie konden behouden. Tegenwoordig lopen er 7 psychologen rond en de groep geestelijk verzorgers is bestaat nog steeds uit drie man, inmiddels vrouwen. Hierbij is de humanistisch raadsvrouw vervangen door een islamitisch geestelijk verzorger. Voor Gouda een logische stap, lijkt mij.

Ook het politieke speelveld is duidelijk veranderd. Ik zie dat de voorzitter en vice-voorzitter van de medische staf beiden vrouw zijn en bovendien is de één een neuroloog en de ander een kinderarts. Dit was 23 jaar geleden ondenkbaar.

Blijft voor mij de puzzel: het aantal bedden is spectaculair afgenomen: van zo'n 800 bedden in de beide toenmalige lokaties, naar 350 bedden in de huidige lokatie. In mijn herinnering waren er rond de eeuwwisseling nog geen 100 medisch specialisten, dat zijn er nu 178 geworden. Er moet een enorme verschuiving naar de poliklinieken hebben plaatsgevonden. En het is allemaal vast een beetje duurder geworden.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een terugblik op de gang van mijn vader door de verschillende instellingen en over mijn conclusie dat we nog veel te doen hebben om ouderen thuis te laten wonen.

Over hoe een blijde boodschap toch ook even moet landen en hoe Frans, de vrijwilliger, van geen dank wil horen ...

Over het ideaal van de langer thuiswonende oudere en de praktijk van marktwerking en verschraling in de thuiszorg