Over de avond ervoor

 


Morgen om een uur of twaalf gaat het gebeuren. Twee weken nadat mijn vader is gevallen, staat er een operatieploeg voor hem klaar en gaan ze proberen de breuk te herstellen. Ik kijk mijn vader aan en vraag hem of hij ertegen op ziet. 

Totaal niet.

Ik had geen ander antwoord verwacht. Hij heeft voor deze oplossing gekozen en dit zal dus het pad zijn dat hij gaat. Geen twijfels meer.

Hij ligt ongeschoren in bed. Dat is vreemd want ik heb hem nog nooit ongeschoren gezien. 

Vergeten.

Hij pakt zijn scheerapparaat en haalt deze over zijn gezicht heen.

Mirte, mijn jongste dochter komt binnen.

Ze maken grapjes met elkaar.

Ik kijk naar mijn vader en zie een oude, kwetsbare man in bed liggen. Hij maakt zich sterk, zoals hij zich altijd sterk maakt. Hij is van de generatie dat mannen niet mochten huilen. Sterker, over gevoelens werd bij hem thuis niet gesproken.

Als kind dacht ik wel eens dat mijn vader boos was wanneer hij met ons zijn gevoelens wilde delen. Hij zat dan verkrampt op zijn stoel en sloeg met zijn vuist op de leuning. Alles om te voorkomen dat hij zou gaan huilen. 

En toch deed hij het: zich kwetsbaar maken.

Soms.

Heel soms.

Maar nu niet. Nu is hij de onbezorgde, lachende opa. Hij geeft zich morgen over aan de mensen die hem gaan opereren en daarom moet hij nu sterk zijn. Voor mij. Voor Mirte. Voor de verpleegkundigen.

Ik ga naar huis en we kijken elkaar aan.

Ik geef hem een kus.

Morgen gezond weer op, pa.

Zijn duim gaat omhoog.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een terugblik op de gang van mijn vader door de verschillende instellingen en over mijn conclusie dat we nog veel te doen hebben om ouderen thuis te laten wonen.

Over hoe een blijde boodschap toch ook even moet landen en hoe Frans, de vrijwilliger, van geen dank wil horen ...

Over het ideaal van de langer thuiswonende oudere en de praktijk van marktwerking en verschraling in de thuiszorg