Over het aanwennen van die andere rol: patiënt

 

 

Ziekenhuisopnames zijn mijn vader niet vreemd. Als jongen van een jaar of negentien begon het al met een bijna dodelijke beenmergontsteking; als veertiger ontwikkelde hij hartritmestoornissen waarvoor incidenteel een opname nodig was en hij van die tijd af met grote regelmaat de polikliniek van de cardioloog moest bezoeken. Mogelijk door zijn vroege ervaringen met de onbetrouwbaarheid van zijn lijf, is mijn vader altijd iemand geweest die snel te rade ging bij de huisarts bij pijn of onbegrepen signalen van zijn lichaam. Mogelijk ook dat hier een generatie-aspect speelt: de dokter is voor mensen van de leeftijd van mijn vader nu eenmaal een belangrijke autoriteit.

Mogelijk weer als reactie hierop, heb ik zelfs een zekere angst om met mogelijke kwalen richting de huisarts te gaan. Ik vrees iedere vorm van medicalisering en vertrouw er soms teveel op dat mijn lijf problemen wel zal oplossen. Ik weet bijvoorbeeld niet eens hoe mijn huisarts heet en kan me niet herinneren wanneer ik hier voor het laatst geweest ben. Nu heb ik makkelijk praten, dat realiseer ik me ook, ondanks een fors overgewicht, heb ik ook nauwelijks klachten van welke fysieke aard dan ook.

We verschillen dus nogal van elkaar, ook in andere opzichten. Op dit punt echter begrijpen we elkaar volkomen: we hechten zeer aan onze eigen autonomie en ervaren iedere inbreuk hierop als vervelend. Een logisch gevolg is dat we allebei ook graag de touwtjes in handen hebben.

Met die eigenschap is een ziekenhuisopname een interessant fenomeen. je wordt afhankelijk en onderworpen aan de, soms, ijzeren regels van dit instituut. 

De eerste dag na zijn opname, trof ik mijn vader lachend aan in bed. Ik vroeg hem waarom hij zo'n lol had. Nou, hij had net met een verpleegkundige een dispuut gehad over zijn medicatie.

Mijn vader is heel precies als het gaat om de inname van zijn pillen. Zo raakt hij steeds een beetje van slag als hij niet exact om 17.00 uur zijn medicatie voor dat moment kan innemen. Elke uitleg van Anita (mijn vrouw) en mij (we zijn beiden verpleegkundigen) dat dit voor een keer echt geen probleem is, is steeds weer een steen in de vijver. 

Ik had de medicatie van mijn vader van huis meegenomen. Op de SEH was hem al gemeld dat in ieder geval de bloedverdunner moest stoppen, maar de rest was geen probleem. 

Hij mocht het alleen niet innemen. 

Hierover moest eerst de ziekenhuisapotheker een uitspraak doen of het de juiste medicatie was en vervolgens moest zijn behandelend arts toestemming geven tot inname.

Een man van 88 jaar oud die al zijn hele leven zelf zijn medicatie inneemt, moet nu wachten totdat allerlei hem onbekende mensen in de keten iets hadden gevonden van zijn medicatie en hem toestemming tot inname geven...

Ik vroeg mij hardop af wat de ziekenhuisapotheker hier nu precies mee te maken had. Ik vermoed dat hier een verzekeringskwestie speelt: het ziekenhuis heeft afspraken over medicatie en geeft dus niet alles wat door een huisarts wordt voorgeschreven. Dit heeft meestal met kosten te maken. Een bijzondere dimensie aan het vak van apotheker, lijkt mij: als bewaker van kosten.Vervelende bijkomstigheid: mensen worden soms opeens geconfronteerd met andere medicatie als die ze gewend zijn. De uitleg dat het dezelfde werking heeft (maar w.s. goedkoper is) helpt soms, maar regelmatig raken mensen van slag omdat ze deze medicatie niet zelden al langdurig gebruiken.

Nu had mijn vader zijn eigen medicatie bij zich en dus zou het ziekenhuis zelfs minder kosten maken als ze hier gewoon gebruik van maakten. Dit is echter uitgesloten.

Mijn vader moest ruim een dag wachten, voordat hij voorzien werd van medicatie. Gebeurde hier een ramp? Zeker niet, hij heeft er op geen enkele manier verder last van gehad. Systemisch is het een interessant fenomeen: het ziekenhuis is een eigen wereld met eigen regels.

Een ander mooi voorbeeld speelde alweer enige jaren geleden. Mijn vader moest zich melden voor een opname in verband met zijn hartritmestoornissen. Er was geen levensbedreigende situatie, maar mogelijk moest er iets met de medicatie gebeuren en daarvoor wilde de arts hem ter observatie opgenomen hebben. Bij binnenkomst werd hem medegedeeld dat hij geen stap meer mocht lopen, maar dat we gebruik moesten maken van een rolstoel. 

Protocol.

We zijn lachend met mijn vader in een rolstoel, ongemakkelijk zittend door zijn stijve been, naar de afdeling gelopen. Hij had hier geen zeggenschap meer over.

Je bent patiënt als je de deur van het ziekenhuis binnenkomt.

En je leert vanzelf wat deze rolwisseling betekent.

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een terugblik op de gang van mijn vader door de verschillende instellingen en over mijn conclusie dat we nog veel te doen hebben om ouderen thuis te laten wonen.

Over hoe een blijde boodschap toch ook even moet landen en hoe Frans, de vrijwilliger, van geen dank wil horen ...

Over het ideaal van de langer thuiswonende oudere en de praktijk van marktwerking en verschraling in de thuiszorg