Over de gevoeligheid van het eigen domein en een verpleegkundige die dit niet begrijpt ...

 Stel je voor.

Je bent een volwassen mens. Je bent hoogbejaard en je hebt je been gebroken. De enige manier, naast stevige pijnstillers, om geen pijn te hebben, is plat op je rug in bed blijven liggen.

Je bent volkomen afhankelijk.

Alle normale handelingen zijn opeens een probleem. We komen dus bij uitstek op het terrein van de verpleegkundige: hulp bij ADL (de dagelijkse handelingen). Dat kan je op verschillende manieren doen.

Vandaag, zo begreep ik, heeft er een aanvaring plaatsgevonden met een (mannelijke) verpleegkundige. Mijn vader had aandrang en belde. De verpleegkundige constateerde dat mijn vader al ontlasting in zijn luierbroek had zitten en sprak mijn vader hier op aan. Eerder sprak een andere verpleegkundige met mijn vader af dat hij het maar zo moest doen omdat iedere andere manier gewoon te pijnlijk was.

Je bent 88. Je ligt hulpeloos en plat op je rug. Je hebt pijn bij iedere beweging en je bent volkomen afhankelijk.

Mijn vader is, ondanks zijn leeftijd, behoorlijk assertief en ging de strijd aan. Ik ken hem: dat is recht voor zijn raap. De verpleegkundige hield echter vol want hij vond dat mijn vader op een steek zijn ontlasting moest doen. 

Voor de niet-kenner: een steek is een platte po die onder je lijf wordt geschoven. Dat betekent bij mijn vader: rug bollen en benen strekken. Dat betekent dus veel pijn.

Enfin.

Je komt in het domein van een ander. Een kwetsbare ander. Een hulpzoekende en afhankelijke ander. Een ander die zich natuurlijk ook gewoon schaamt dat ontlasting op deze wijze moet komen. Een ander die zich schaamt om een verpleegkundige te moeten vragen om het weer schoon te maken.

Een beetje verpleegkundige voelt dit aan en komt die ander tegemoet.

Mijn vader heeft deze verpleegkundige maar weggestuurd.

Jij komt niet op mijn domein.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Een terugblik op de gang van mijn vader door de verschillende instellingen en over mijn conclusie dat we nog veel te doen hebben om ouderen thuis te laten wonen.

Over hoe een blijde boodschap toch ook even moet landen en hoe Frans, de vrijwilliger, van geen dank wil horen ...

Over het ideaal van de langer thuiswonende oudere en de praktijk van marktwerking en verschraling in de thuiszorg